Interne pdf die wordt geopend in een nieuw venster. Interne pdf die wordt geopend in het huidige venster. Interne link die wordt geopend in een nieuw venster. Interne link die wordt geopend in het huidige venster. Externe pdf die wordt geopend in een nieuw venster. Externe pdf die wordt geopend in het huidige venster. Externe link die wordt geopend in een nieuw venster. Externe link die wordt geopend in het huidige venster.

start op de arbeidsmarkt

Tijd tot starten met eerste baan

De tijd tussen het afstuderen en het vinden van een eerste baan wordt als indicator gebruikt voor de aansluiting van een wo-master­alumnus op de arbeidsmarkt. Met de vraagstelling die in het onderzoek wordt gebruikt (“Hoeveel maanden zaten er tussen uw afstudeerdatum en uw eerste betaalde baan?”) zegt dit gegeven zowel iets over de ‘zoektocht’ naar een baan als over de bereidheid om meteen na afstuderen te beginnen met werken.

Helemaal zuiver is dit gegeven niet: een deel van de wo-masteralumni populatie heeft een wo-master­opleiding gevolgd vanuit een baanpositie. Het gegeven is daarmee ietwat vertekend.

In 2023 vinden afgestudeerden gemiddeld na 2,7 maanden een betaalde baan. In 2021 was dit 3,1 maanden. 54% van de afgestudeerden heeft binnen 6 maanden betaald werk.

Werkzame en werkloze beroepsbevolking

Beroepsbevolking valt uiteen in twee categorieën:

  • werkende beroepsbevolking hiertoe worden de respondenten gerekend die tenminste 12 uur per week betaald werk verrichten;
  • niet-werkende/werkeloze beroepsbevolking hiertoe behoren afgestudeerden zonder werk of werk voor minder dan 12 uur per week die op zoek zijn naar betaald werk en beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt.

NB: in internationale statistieken wordt vaak 1 uur werk per week als minimum genomen. Ook CBS heeft dit in een aantal van hun tabellen opgenomen. Universiteiten van Nederland houdt vooralsnog vast aan een minimum van 12 uur.

Respondenten ouder dan 65 jaar of afgestudeerden die hun huidige situatie als student typeren en aangeven daarnaast een aantal uur betaald werk verrichten, maken geen onderdeel uit van de beroepsbevolking. Dit geldt ook voor respondenten die betaald werken maar niet hebben aangegeven hoeveel uur per week ze betaald werk verrichten. In het onderzoek van 2019 kan 5,6% van de respondenten niet tot de beroepsbevolking worden gerekend.

In 2023 is op het moment van bevragen 95% van de respondenten werkzaam en 5% werkloos. Het aantal respondenten met een baan is met 97,3% het hoogst in de sector Gezondheid. In de sector Taal & Cultuur is de werkzame beroepsbevolking met 92,2% het laagst. 

Ga naar de inhoud